Wâldgieltsje uit De Friese Wouden

Vermoedelijk is het Wâldgieltsje een echt Fries ras, dat al rond 1800 in de provincie voorkwam. Langzamerhand kwamen er meerdere types van het geeltje voor. Dat waren onder meer de Woudgeeltjes, geteeld in de Wouden door de arbeiders. In Berlikum als centrum van de grove tuinbouw werd het Berlikumer geeltje geteeld, in Noord Friesland het Hallumer geeltje. Alle mutaties van hetzelfde ras.

Het geeltje is een zeer vroege aardappel dat als andere vroege rassen nog niet gerijpt zijn, al gerooid kan worden. Het geeltje is een aardappel met een fijne schil, die niet stuk valt in de kook. Als je ze rooit, zitten ze in één nest bij elkaar. Ook gebakken zijn ze volgens velen erg lekker. Het Woudgeeltje onderscheidt zich in positieve zin van de overige typen geeltjes wat betreft vastigheid en smaak.

Het Friese Woudgeeltje is een traditioneel aardappelras. Door de bijzondere smaak is de aardappel weer op de markt gebracht. De aardappel is in ongeveer juli gereed om te worden geoogst en is daarmee een behoorlijk ‘vroege’ aardappel.

Productiereglement Wâldgieltsjes

Flyer Wâldgieltsje

Producten

Het Friese Woudgeeltje

 

Wâldgieltsjes

Deel dit op: